Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Meld je dan aan voor onze nieuwbrief.

Terug

Wat was de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) en waarom is deze vervangen?

De Verklaring Arbeidsrelatie, beter bekend als de VAR, werd in 2005 ingevoerd onder kabinet Balkenende II. Deze wetgeving was bedoeld om meer duidelijkheid te bieden over de arbeidsrelatie tussen opdrachtnemers (zoals zzp’ers) en opdrachtgevers. In de praktijk bleek de VAR echter al snel tekortkomingen te hebben, wat uiteindelijk leidde tot de vervanging ervan door de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) in 2016.

Wat hield de VAR precies in?

De VAR was een verklaring die zelfstandige ondernemers konden aanvragen bij de Belastingdienst. Deze verklaring gaf aan of hun opdrachtgever loonheffing en premies moest afdragen over het betaalde loon. Er waren verschillende soorten VAR-verklaringen die bepaalde of de inkomsten van een zelfstandige werden gezien als loon of als inkomsten uit zelfstandig ondernemerschap.

De belangrijkste voordelen van de VAR waren:

  • Duidelijkheid voor opdrachtgevers: Als een zelfstandige een VAR-wuo (winst uit onderneming) of VAR-dga (directeur-grootaandeelhouder) kon voorleggen, hoefde de opdrachtgever geen loonheffing af te dragen. Dit gaf bedrijven enige zekerheid.
  • Flexibiliteit voor opdrachtnemers: Zelfstandigen konden makkelijker aan de slag voor meerdere opdrachtgevers zonder dat dit direct leidde tot een dienstbetrekking.

Waarom was de VAR problematisch?

Hoewel de VAR in theorie duidelijkheid moest bieden, kwamen er al snel diverse problemen naar voren. Een van de grootste uitdagingen was de mogelijkheid van schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat iemand officieel als zzp’er werkt, maar feitelijk onder gezag van de opdrachtgever werkt alsof er sprake is van een dienstverband. De Belastingdienst kon namelijk achteraf anders oordelen over de aard van de arbeidsrelatie, wat leidde tot onzekerheid voor zowel de zelfstandige als de opdrachtgever.

Andere problemen met de VAR waren:

  • Gebrek aan zekerheid voor opdrachtgevers: Hoewel de VAR in eerste instantie zekerheid leek te bieden, kon de Belastingdienst later besluiten dat er toch sprake was van een dienstverband. Dit leidde soms tot naheffingen voor opdrachtgevers.
  • Mogelijkheid tot misbruik: Door de VAR konden schijnconstructies ontstaan waarbij zelfstandigen feitelijk als werknemers functioneerden, maar niet als zodanig werden behandeld qua arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid.

Hoe leidde dit tot de invoering van de Wet DBA?

De toenemende kritiek op de VAR zorgde ervoor dat er gezocht werd naar een systeem dat beter zou aansluiten bij de realiteit van de arbeidsmarkt. In 2016 werd de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) ingevoerd om de VAR te vervangen. De Wet DBA introduceerde het gebruik van modelovereenkomsten, die vooraf goedgekeurd moesten worden door de Belastingdienst. Dit zou meer zekerheid moeten bieden over de arbeidsrelatie tussen zzp’er en opdrachtgever en schijnzelfstandigheid tegen moeten gaan.

Lees ook: Wat is de Wet DBA en waarom is deze ingevoerd?

Conclusie

Hoewel de VAR bedoeld was om de fiscale positie van zelfstandige ondernemers en hun opdrachtgevers te verduidelijken, bleek het systeem uiteindelijk te veel ruimte te laten voor interpretatie en misbruik. Dit leidde tot een gebrek aan zekerheid en het ontstaan van schijnconstructies. De vervanging van de VAR door de Wet DBA in 2016 was bedoeld om deze problemen aan te pakken, al bleek ook de Wet DBA niet zonder problemen.

Heb je vragen over de VAR of de huidige wetgeving rondom zzp’ers en inhuur? Onze jurist Caspar staat klaar om je te helpen met juridisch advies en begeleiding. Neem hier contact op voor een vrijblijvend gesprek.

Caspar

Jurist